Klapstelen bij rozen
- 21
- aug
Artikel gepubliceerd in Bloemisterij 26 (1998) pag. 60-61
Auteur: Dick M. van der Sar
Koper kan probleem klapstelen bij rozen oplossen
Het is voor velen een raadsel waar holle stelen of ‘klapstelen’ bij rozen vandaan komen. Om deze fysiologische afwijking te voorkomen, moet de waterhuishouding in orde zijn. Belangrijk is echter vooral te zorgen dat de plant voldoende koper krijgt. Koper speelt een cruciale rol bij de vorming van stevige celwanden.
De oorzaak van klapstelen kan een gebrek aan koper in de plant zijn. Koper is betrokken bij de vorming van lignine. Lignine wordt in de cellulose en hemicellulose van de celwand afgezet. Het maakt de celwand stijf, moeilijker verteerbaar voor bacteriën en schimmels en waterdicht. Bij een te geringe versteviging van de celwand met lignine kan de celwand de zuigkracht van de bladeren niet meer weerstaan en klapt de steel in elkaar. Hoewel het koper in kleine hoeveelheden nodig is, speelt het bij de stofwisseling een belangrijke rol. Zonder koper kan de plant niet leven.
Sterke binding
De oplosbaarheid en daarbij de opname uit de grond of de voedingsoplossing van koper, is relatief laag. Wanneer de pH in de sporenbak boven de 5 komt, bestaat gevaar voor koperneerslag. Een aantal organische anionen (=negatief geladen deeltjes) binden koper zo sterk, dat het niet meer beschikbaar is voor de plant. Deze sterke binding van koper aan organische verbindingen kan tot kopergebrek leiden op venige gronden, op gronden met een hoog organische-stofgehalte of op kalkgronden. Overigens worden ook mangaan en zink sterk gebonden door organische stoffen. In kalkrijke gronden is meer dan 90% van het koper en mangaan en meer dan 50% van het zink gebonden aan organische verbindingen.
Matige mobiliteit
De mobiliteit van koper in de plant is matig en vergelijkbaar met die van sulfaat, zink mangaan en molybdeen. Koper wordt slechter getransporteerd dan stikstof, fosfor, kalium, magnesium en chloor, maar beter dan borium, ijzer en calcium. De verhouding stikstof/koper blijft gedurende de ontwikkeling van de plant constant. De stikstofgift heeft geen invloed op deze verhouding. Koper is meestal gebonden aan eiwit van de enzymen in de plant. Wanneer de oudere bladeren afsterven en stikstof weer aan de plant teruggeven, komt de koper ook weer beschikbaar voor groeiende delen van de plant.
Ligninevorming
Fenolzuren vormen, wanneer ze aaneengeschakeld worden, een grillig vertakt netwerk. Dit netwerk is in de celwand chemisch verbonden met cellulose en hemicellulose, en wordt lignine genoemd. De samenstelling en structuur van dit netwerk zijn zeer variabel en moeilijk toegankelijk voor onderzoek. Dankzij de aanwezigheid van de lignine is de plant stijf en kan deze op het land groeien. Wanneer de plant alleen cellulose en hemicellulose heeft, is de plant niet in staat rechtop te blijven staan of water naar de bladeren te transporteren onder invloed van de verdamping. Ongeveer 15 tot 25%van het droge gewicht van houtige planten bestaat uit lignine. Fenoloxidase speelt een rol bij de opbouw van de lignine en kan alleen functioneren als er koper in het enzym zit. Wanneer lignine gebrekkig wordt opgebouwd in de celwand zijn de stelen van de plant slap en kunnen zij de zuigkracht van het blad door de verdamping niet weerstaan. Het gevolg is dat de stelen in elkaar klappen. De osmotische waarde van het water in het blad neemt door de verdamping toe. Het water in het blad zuigt daardoor water uit de houtvaten op. De onderdruk die dan op de waterkolom in de houtvaten ontstaat, wordt doorgegeven aan de wortel. Dit kan alleen wanneer de stengel als een stijve buis intact blijft.
Onderbemesting
Dat rozen met name op kokos gevoelig zijn voor klapstelen is als volgt te verklaren. Koper bindt in de mat sterk aan de kokos. De binding van koper aan kokos is waarschijnlijk vergelijkbaar met die van koper aan veen of andere organische stoffen in de grond. Bij de extractie voor analyse van meststoffen komt koper weer vrij. Dan wordt een hoog kopergehalte gerapporteerd. Door het hoge kopergehalte in het kokosextract wordt de kopergift naar beneden bijgesteld. Ondanks het verminderen of zelfs achterwege laten van de kopergift, blijft de koper in hoge concentratie in het extract aanwezig. Het koper is echter niet voor de plant beschikbaar, want er treden groeiafwijkingen op die wijzen op kopergebrek. De gebreksverschijnselen verdwijnen wanneer de kopergift weer wordt verhoogd. Wanneer een ernstige aantasting van kopergebrek wordt gecorrigeerd, treedt het herstel op in de nieuwe scheuten. Het blad dat is gevormd bij kopergebrek neemt niet meer de glans aan van het jonge blad. Het nieuw gevormde blad ziet er goed uit en lijkt goed te produceren. Er moet dus een volledig nieuw bladpakket gevormd worden. Het volledige herstel neemt daarom relatief veel tijd in beslag.
Mangaan en zink
Het valt te verwachten dat mangaan en zinkgebrek in die situatie eveneens in meer of mindere mate optreden. Zinkgebrek is in combinatie met kopergebrek waargenomen. De oorzaak was dezelfde. Op basis van hoge extractconcentraties was weinig of geen zink meegegeven. Het zinkion gedraagt zich op vergelijkbare wijze als koper in kokos. Wanneer de koper- en zinkgift weer worden hervat of zelfs in veelvoud van de normale gift worden gegeven, nemen de koper- en zinkconcentraties in het extract niet toe, of dalen zelfs! De koper- en zinkconcentraties in het drainwater beginnen enige weken na het verhogen van de zink- en kopergift pas te stijgen. Tien weken nadat de koper- en zinkgift waren verhoogd, waren in de drain nog niet de concentraties bereikt die vergelijkbaar zijn met die in de drain uit een steenwol- of glaswolsubstraat.
Ademhaling en fotosynthese
Bij de ademhaling van de plant speelt het enzym cytochroomoxidase een belangrijke rol. In dit enzym bevinden zich twee koperatomen. Zonder koper kan het enzym niet functioneren. De ademhaling van de plant zal dan minder goed verlopen. Bij een gebrekkige ademhaling komt minder energie vrij om nieuwe stoffen en verbindingen te maken voor de opbouw en het onderhoud van de plant. Koper is ook nodig om de fotosynthese goed te laten verlopen. In de fotosynthese wordt onder invloed van licht energie opgewekt, die wordt gebruikt om CO2 om te zetten in suiker. Het enzym plastocyanine in de chlorofylkorrels speelt hierin een belangrijke rol en heeft koper nodig om te kunnen functioneren. 70% van het koper in het blad bevindt zich in de chlorofylkorrels. Een gevolg van de verstoorde fotosynthese is dat de vorming van nieuwe aminozuren daardoor ontregeld raakt. Alle processen in de plant worden daardoor verstoord: waterhuishouding, opname van ionen, fotosynthese enzovoort. Het herstel van kopergebrek duurt daardoor langer dan van een gebrek aan een hoofdelement.
Kenmerken kopergebrek
De uiterlijke kenmerken van kopergebrek zijn:
- Slappe stelen
- Inrollen en krullen van de jonge bladeren
- Relatief sterke aantasting van de generatieve delen
- Donker tot blauwgroene bladkleur
- Voor zonlicht gevoelige plant
- Verstoorde waterhuishouding
Conclusie
De waarde van de koper- en zinkcijfers in het extract blijken niet erg bruikbaar om de voedingstoestand van de plant mee te regelen, met name in kokos. In de praktijk moet nu vastgesteld worden welke waarde in extract of drain wel nagestreefd moet worden.